De man gaat op reis naar een ver land om cultuur op te snuiven. Hij huurt een auto voor een rondreis. De man stapt uit in een dorp. Hij kijkt zijn ogen uit naar de mensen, de armoede, de drukte.
De man schiet plaatjes en houdt, en passant, mensen die wat van hem willen met “no, thank you” op afstand. Hij baalt van de aandacht, maar geniet van het zicht. De karakteristieke koppen, de rust, tevredenheid. En hij legt het allemaal vast.
De man dicht de mensen hier een soort wijsheid toe die voortkomt uit niet beter weten. Hij vraagt zich af waar het bij ons is misgegaan.
De man checkt in in zijn hotel en nestelt zich op het terras voor een drankje. Hij raakt aan de praat met een vrouw, geboren in Engeland, maar sinds ruim 15 jaar hier genesteld, aan wie hij trots zijn foto’s laat zien.
Zij glimlacht minzaam, ze herkent de mensen die in beeld komen, maar kent ze niet als plaatjes, en die mensen kennen haar. Ze ziet dierbare vrienden, vastgelegd om te laten zien hoe het hier is.
De vrouw zwijgt. Ze wil zich de man niet herinneren, zijn kop niet vastleggen. Ze wil niet anderen laten zien hoe toeristen door haar dorp banjeren. Ze wil verder.
Geef een reactie