De man is ruim op tijd in de auto gestapt voor een belangrijke afspraak. Na één kilometer op de snelweg begint het verkeer echter al te haperen en twee minuten later staat hij nagenoeg stil.
De man scant snel zijn mobiel en ziet dat er vier kilometer verderop een ongeluk gebeurd is. Vier kilometer, hoeveel is dat in tijd? Mijn hemel, dit kan hij zich niet permitteren.
Bij iedere meter die de kolonne vooruit schuifelt stuift hij naar zijn voorligger om vervolgens weer hard te remmen. Die zinloze sprintjes geven hem het idee dat hij zijn best doet om vooruit te komen.
Ondertussen oefent hij het excuus-verhaal voor zijn late aankomst. Het is echt overmacht geweest, hij heeft zoiets op dit tijdstip echt niet voorzien. Sorry, sorry, sorry…
De spanning, zijn bloeddruk, het zweten, de woede, het loopt allemaal snel op. Hij moet nu wel het moment gaan bepalen waarop hij toch maar even belt. Te vroeg geeft te weinig urgentie en drama, te laat maakt het lastig voor zijn gastheer om zich hierop in te stellen.
Daarnaast blijft de hoop in de man levend dat het ongeluk snel opgelost wordt en de boel in één keer weer zal gaan rijden. Nog even doorbijten…
De man komt uiteindelijk tien minuten te laat bij de afspraak. Geen enkel probleem. Alle begrip.
Geef een reactie