De vrouw keek haar favoriete serie met ondertiteling. Ze wist niet of ze het verhaal volgde vanuit het Engels of vanuit de Nederlandse ondertiteling. Na wat uitproberen, ontdekte de vrouw dat ze beide lijnen volgde en met elkaar vergeleek.
Nieuwsgierig geworden, zette de vrouw een Zweedse serie op. Omdat ze die taal niet machtig was, vermoedde ze volledig te leunen op de ondertiteling. Ze volgde echter nog steeds beide lijnen en vergeleek ze, maar met meer moeite aan Zweedse zijde.
Dan maar een Japanse film. Nog steeds bleef haar brein proberen woorden eruit pikken. Het leek wel of ze taal niet kon horen, zonder automatisch te proberen woorden te begrijpen.
Een Nederlandse serie met Engelse ondertiteling leidde ook onontkoombaar tot lezen en vergelijken, idem met Zweedse ondertiteling en wederom met Japans. Dat laatste gaf geen enkele herkenning, maar ze bleef de taal zien. Ze eindigde met een Engelse serie en Zweedse ondertiteling. Nu was het Engels plotseling moeilijker te volgen. Ze kon het Zweeds niet loslaten om zich te focussen op het Engels.
Geef een reactie