De man begreep er niets van. Waarom zou iemand die hij nauwelijks kende en nooit kwaad had gedaan, dit soort verhalen over hem rondstrooien? Ze beweert dat hij een relatie heeft met de vrouw van de wethouder Sociale Zaken om zo aan vertrouwelijke projectinformatie te komen.
Wat wist hij van die vrouw? Ze is zo gek als een deur, heeft met het halve (vooral, maar niet uitsluitend, mannelijke) deel van het dorp het bed gedeeld en frommelt zich minzaam omhoog in de lokale politiek. Dat was allemaal plat en duidelijk.
Maar waarom heeft ze een slachtoffer nodig? Waarom iemand, waarvan ze moet weten dat die onschuldig is, opvoeren als grote slechterik? Welk belang speelt voor haar?
In het Dorpsbelang van die week haalt de vrouw hard uit naar de burgemeester en diens verstrengelde belangen bij een onzinnig, geld verspillend, initiatief om het centrum te vernieuwen. Die donderdag ziet de man haar lopen in de supermarkt.
De man haalt drie keer adem om tot rust te komen, zet zijn meest vriendelijke gezicht op en vraagt haar beleefd of hij haar iets mag vragen? “Pardon”, stamelt de vrouw, “wie bent u ook al weer?”
Geef een reactie