Vlak voor zijn neus gaan de spoorbomen dicht. De man kent de routine op dit tijdstip: intercity van links, even wachten en dan het boemeltje van rechts. Hij heeft hier al zo vaak staan wachten.
De man zoekt met zijn rechterhand zijn mobiel voor een vlug “ik ben er over 10 minuten” aan zijn vrouw. Die mededeling is vrij nutteloos, maar geeft hem het gevoel dat hij de wachttijd nog enigszins positief heeft kunnen gebruiken.
In het kleine gebied tussen zijn auto en de spoorbomen nestelden zich in de tussentijd 4 pubers met hun fietsen. Ze hebben het druk met elkaar en hebben duidelijk veel lol.
De intercity van links raast voorbij met indrukwekkend geweld. De halve minuut wachttijd tot de boemel wordt plotseling spannend als de pubers met schalkse blikken en weinig woorden tot het besluit komen snel over te steken tussen de treinen door.
De man schrikt zich rot. Er hoeft weinig mis te gaan om een catastrofe te ontketenen. Tien seconden lang wordt er nauwelijks adem gehaald door de omstanders die verbijsterd naar het gebeuren staren, maar niet ingrijpen. De pubers zijn nu in pure uitbundigheid beland: Ze hebben tijd gewonnen en angst overwonnen, maar bovenal veel lol.
Geef een reactie