De jonge vrouw bedenkt en organiseert een project: “Pleisters op de wonden van de stad”. Het idee is dat, overal waar de stad tot iets lelijks geworden is, iemand iets moois maakt om toch een glimlach op het gezicht van oplettende voorbijgangers te toveren.
Het project is geen uithangbord voor veelbelovende talenten, maar een hulpdienst voor de stad om haar lelijke kanten te maskeren en daarmee haar bewoners een beetje blijer te maken. De pleisters worden anoniem geplakt. Liefdewerk oud papier, geen geschuif met gelden.
De jonge vrouw heeft het er druk mee. Ze houdt registers bij van pleisterplaatsen, kiest, samen met haar team, de bijbehorende pleisters, onderhoudt contacten met pleistermakers en plakt de pleisters ongezien op. Daarnaast komt ze regelmatig op het gemeentehuis om weer eens opheldering en updates te geven.
Het project is een succes. De mensen in de stad beginnen het te zien, gaan op zoek naar pleisters, bedenken routes langs pleisters die op facebook verspreid worden en er worden heel veel foto’s gedeeld.
Dat succes baart de jonge vrouw zorgen. De volgende stap is dat de commercie er bovenop springt. Toverwoorden als “pleisterkorting” of “Plak-je-keek” zullen oppoppen, standjes ingericht, apps ontwikkeld. Of het zou “overwaaien” naar andere steden.
Nee, dit gaat niet goed. Ze moet downsizen. Het niet laten ontsporen. Het gewoon laten zijn wat het is. Pleisters op de wonden zijn niet iets om uitgebuit te worden.
Geef een reactie