Een jonge student hangt, licht aangeschoten, op een slaapbankje in de muffe kamer van zijn beste vriend. Een saaie dag eindigt in geen zin om te koken en een zoekende blik op het afhaalmenu van de pizzeria om de hoek. Zijn oog valt op het deel “vegetarisch”.

Prima gegeten, voor zover dat kon met afhaal. De student ontbeert iedere diepere gedachte daarover, maar vindt het wel prettig dat hij vegetarisch gegeten heeft. In de dagen daarna krijgt dat haar beslag in de praktijk en glijdt hij naadloos het vegetariërbestaan binnen.

Mensen om hem heen hebben niet zoveel met dat prettige gevoel en beginnen vragen te stellen. Waarom eet je vegetarisch? Vind je vlees eten zielig voor de dieren? Speelt het milieu daarbij een rol? Allemaal vragen die er niet toe doen, maar die nu beantwoord moeten worden.

Zijn simpele poging om iets te veranderen bij hemzelf, wordt daardoor een martelgang van positionering, standpunten en overtuigingen. Hij gaat erover lezen, wordt scherper in zijn bewoordingen en merkt dat dat niet altijd gewaardeerd wordt.

Pijnlijk wordt het als mensen om heen in zijn aanwezigheid ook geen vlees meer gaan eten omdat ze zich bezwaard voelden. Alsof hem dat iets interesseert. “Het maakt me geen zak uit wat jij eet! Ik eet toch ook wat voor mij goed voelt?” Niets helpt.

Hij heeft een keuze gemaakt, maar geen besluiten genomen. Nu wordt hij in besluiten gedwongen die zijn keuze niet bepaald hebben. Dat is blijkbaar de prijs die hij moet betalen voor een klein beetje anders zijn: Te willen dat eten iets beter voor je voelt.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *