Deze titel markeert de start van De Penner. Een geboorte, zou je kunnen zeggen, maar wel zelfgekozen. De Penner had ook niet kunnen schrijven. Of nooit. Maar De Penner schrijft en bestaat dan.
De Penner bestaat als een getuigenis. Een getuigenis van niemand, in ieder geval niet van iemand die midden in het leven staat. Een getuigenis als een vertaling van wat op een moment op een plek waargenomen kon worden.
De vertaling van dat waarover De Penner getuigt is geen exacte weergave van de werkelijkheid, maar verpakt die werkelijkheid in een verhaal, een narratief, waarlangs de werkelijkheid in de ogen van De Penner had kunnen bewegen.
Het verhaal zegt niets over De Penner, maar over wat we hadden kunnen waarnemen en hoe we dat voor onszelf hadden kunnen verpakken, inpakken in taal en denken. Een verhaal kan niet gewogen worden tussen goed en fout, of waar en onwaar, maar slingert ongemerkt tussen passend en wringend zonder te rusten op één van die polen.
Hiermee heeft De Penner zich voldoende beschreven en richt hij zijn ogen op de werkelijkheid. De Penner is geen schrijver, maar schrijvend geworden. Verhalend, misschien, over kleine stukjes werkelijkheid zo nu en dan.
Geef een reactie